Leidingen aanpassen: afdoppen, verleggen of verwijderen
Tijdens verbouwingen of functiewijzigingen verandert vaak de indeling van het leidingnet. Wanneer een tappunt niet meer wordt gebruikt, kan de leiding worden afgedopt of – beter nog – het dood leidingwerk worden verwijderd.
Dode leidingen en ongebruikte appendages, zoals niet meer bediende kranen of afsluiters, veroorzaken stilstaand water en verhogen het risico op bacteriegroei. Ook hotspots, waar warm en koud water elkaar beïnvloeden, vergroten het risico op microbiologische vervuiling.
Door leidingen goed te isoleren, overbodige appendages te verwijderen en stroming te behouden, blijft het systeem gezond en voldoet het aan de eisen van NEN 1006.
Nieuwe aanleg of uitbreiding van een waterinstallatie
Bij nieuwbouw of uitbreiding gelden duidelijke regels. NEN 1006 schrijft voor dat leidingen correct worden gedimensioneerd, materialen geschikt zijn voor drinkwater en dat er voldoende doorstroming blijft.
Een belangrijk detail is de keerklep in de waterleiding. Die voorkomt dat gebruikt of verontreinigd water terugstroomt naar het schone drinkwaternet. Ook de juiste plaatsing van appendages en thermische isolatie voorkomt hotspots en temperatuurinvloed.
Een goed ontworpen systeem zorgt niet alleen voor een stabiele waterkwaliteit, maar voorkomt ook problemen op termijn.
Herstel en onderhoud van waterleiding
Wanneer leidingen of appendages worden vervangen, is een hygiënische en gecontroleerde werkwijze cruciaal. Na herstel wordt de installatie doorgespoeld en gecontroleerd op waterkwaliteit. Zo blijft het water veilig en voldoet de installatie aan de norm.
Bij collectieve installaties – zoals in kantoren, zorginstellingen of bedrijfsgebouwen – is het daarnaast belangrijk om werkzaamheden goed te borgen. Door wijzigingen vast te leggen, blijft inzichtelijk wat is aangepast en voldoet de installatie aantoonbaar aan NEN 1006.
Zie ook: legionella beheersplan
Voorkomen is beter dan herstellen
Regelmatig onderhoud voorkomt problemen. Denk aan:
- het verwijderen van dood leidingwerk;
- het afdoppen van ongebruikte tappunten;
- het controleren van keerkleppen en appendages;
- en het isoleren van leidingen om hotspots te voorkomen.
- Zo blijft de installatie betrouwbaar, schoon en veilig – precies zoals de norm het bedoelt.
Tot slot
Een gezonde drinkwaterinstallatie vraagt om aandacht en vakkennis. Door te werken volgens NEN 1006 helpt Strooming stilstand, hotspots en vervuiling te voorkomen. Dat is de basis voor veilig drinkwater in elk gebouw.