Geurhinder als eerste signaal
Een van de meest voorkomende aanwijzingen voor een probleem met een WTW-installatie is geuroverlast. Denk aan kooklucht, rook of andere geuren die afkomstig lijken te zijn uit andere woningen of ruimtes.
Dergelijke klachten ontstaan meestal niet door het gebruik van een ruimte, maar door ongewenste luchtstromen binnen het ventilatiesysteem. Wanneer lucht niet afkomstig is van buiten, maar via andere routes het systeem binnenkomt, kan geur zich verspreiden op plekken waar dit niet wordt verwacht.
Wanneer ventilatie niet meer ventileert
Een goed functionerende WTW-installatie zorgt voor daadwerkelijke luchtverversing. In situaties waar het systeem afwijkt van het ontwerp, zien we dat vervuilde lucht onvoldoende wordt afgevoerd of zich opnieuw door het gebouw verspreidt.
In dergelijke gevallen kunnen CO₂-concentraties oplopen en daalt het CO₂-niveau na gebruik van een ruimte langzamer dan verwacht. Het feit dat een WTW-unit draait, zegt daarmee weinig over de effectiviteit van de ventilatie.
Lucht op de verkeerde plek
Binnen een ontworpen ventilatieconcept wordt onderscheid gemaakt tussen ruimtes waar lucht wordt toegevoerd en ruimtes waar lucht wordt afgevoerd. Wanneer dit principe wordt doorbroken, bijvoorbeeld door een afwijking in aansluiting of kanaalverloop, kunnen luchtstromen zich anders gedragen dan bedoeld.
Het gevolg is dat lucht zich verplaatst tussen ruimtes op een manier die niet aansluit bij het gebruik van het gebouw. Dit kan leiden tot geurbelasting en een verhoogde vochtbelasting, zonder dat de oorzaak direct zichtbaar is.
Veel voorkomend in appartementencomplexen
Dit type problematiek wordt met name gezien in appartementencomplexen en andere gebouwen met meerdere woningen. In deze gebouwen zijn ventilatiesystemen vaak complexer door gedeelde schachten, collectieve voorzieningen en beperkte installatieruimte.
Kleine afwijkingen in aansluiting of inregeling kunnen daardoor effect hebben op meerdere woningen tegelijk. Omdat klachten zich niet altijd gelijktijdig voordoen, wordt de samenhang tussen oorzaak en gevolg vaak pas laat herkend.
Aannames versus werkelijkheid
Bij ventilatieklachten wordt regelmatig uitgegaan van aannames. Zo wordt verondersteld dat een systeem goed functioneert omdat het aanwezig is, of dat klachten samenhangen met gebruik of gedrag.
Zonder inzicht in daadwerkelijke luchtstromen en ventilatieprestaties blijven dit aannames. In de praktijk blijkt vaak dat de oorzaak van klachten elders ligt dan vooraf gedacht.
Waarom deze problemen vaak lang blijven bestaan
WTW-installaties werken grotendeels uit het zicht. Ze produceren weinig geluid en geven geen directe terugkoppeling over hun functioneren. Daardoor kunnen afwijkingen langdurig aanwezig zijn zonder dat ze worden herkend.
Pas wanneer klachten structureel worden of zich opstapelen, ontstaat de vraag of het ventilatiesysteem wel doet wat het moet doen.
Inzicht vraagt objectieve beoordeling
De werking van een ventilatiesysteem laat zich niet beoordelen op basis van waarneming alleen. Lucht is onzichtbaar en volgt niet altijd de routes die op tekeningen zijn vastgelegd. Om te begrijpen wat er werkelijk gebeurt, is inzicht in luchtstromen en ventilatieprestaties noodzakelijk.
Juist bij WTW-installaties, waar toe- en afvoer nauw met elkaar samenhangen, vraagt dit om een objectieve en systematische benadering.
Lees ook: stankoverlast in appartementencomplexen
Tot slot
Een WTW-unit is geen garantie voor een gezond binnenklimaat. Alleen wanneer duidelijk is hoe lucht zich door een gebouw verplaatst en of ventilatie daadwerkelijk effectief is, kan worden vastgesteld of het systeem functioneert zoals bedoeld.
Het herkennen van deze problematiek is vaak de eerste stap. Het vaststellen van de oorzaak vraagt om specialistische kennis en inzicht in de praktijk van ventilatiesystemen. Bij klachten over geurhinder, luchtkwaliteit of ventilatie worden wij regelmatig betrokken bij dit soort vraagstukken in appartementencomplexen en gebouwen met gedeelde ventilatievoorzieningen.