Slechte luchtkwaliteit school? Alles over frisse scholen: van ventilatie tot verwarming

5 oorzaken van slechte luchtkwaliteit op school

Er zijn meerdere factoren die de luchtkwaliteit op scholen beïnvloeden:

1. Onvoldoende ventilatie: bij slechte ventilatie stijgt de concentratie koolstofdioxide in de lucht, wat kan leiden tot concentratieverlies en vermoeidheid. Alleen goede ventilatiemaatregelen bieden hier een oplossing.
2. Onjuiste luchtvochtigheid: een gezonde luchtvochtigheid ligt tussen de 40 en 60%. Te droge lucht kan leiden tot uitdroging van de slijmvliezen en hoofdpijn, terwijl een te hoge luchtvochtigheid de groei van schimmels en bacteriën bevordert.
3. Externe vervuiling: scholen die zich in de buurt van drukke wegen, industrie of landbouw bevinden, kunnen te maken krijgen met vervuiling van buitenaf, zoals fijnstof en uitlaatgassen.
4. Oncomfortabele temperatuur: te hoge temperaturen maken kinderen sneller moe omdat hun lichaam moeite heeft met afkoelen. Bij lage temperaturen kan de concentratie afnemen door onvoldoende zuurstofopname.
5. Vochtproblemen: vocht kan leiden tot schimmelvorming, wat de gezondheid negatief beïnvloedt. Kinderen worden vatbaarder voor ziektes in een vochtige omgeving.

 

Signalen van slechte luchtkwaliteit op school

Hoe herkent u nu of de luchtkwaliteit in uw school ondermaats is? Let op de volgende signalen:

• een muffe, bedompte lucht
• veel gapende kinderen
• regelmatige uitbraak van verkoudheden of griep
• hoofdpijnklachten bij kinderen
• benauwdheid in de klaslokalen

 

Het Programma van Eisen frisse scholen

Het Programma van Eisen frisse scholen (PvE), opgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), stelt richtlijnen voor scholen om een gezond binnenmilieu te creëren, gecombineerd met energiezuinige oplossingen. Dit PvE dient als handvat voor ontwerpers, aannemers en schoolbesturen bij nieuwbouw of renovatieprojecten.

 

3 kwaliteitsklassen voor frisse scholen

Het PvE frisse scholen kent drie kwaliteitsklassen:

• Klasse A: zeer goed – voor scholen met de hoogste normen voor gezondheid, comfort en energie-efficiëntie.
• Klasse B: goed – nieuwe schoolgebouwen moeten minimaal aan deze norm voldoen.
• Klasse C: acceptabel – de minimale norm gebaseerd op het Bouwbesluit, geschikt voor renovaties met een beperkt budget.

 

De 5 categorieën van het PvE frisse scholen

Het PvE is onderverdeeld in vijf categorieën waarin scholen per aspect kunnen kiezen voor klasse A, B of C:

1. Energie: hoe energiezuinig is het gebouw? Dit omvat onder andere isolatie en het gebruik van zonnepanelen.
2. Lucht: de binnenluchtkwaliteit, met aandacht voor CO2-concentratie, ventilatie en fijnstof.
3. Temperatuur: thermisch comfort voor een aangename temperatuur, zowel in de zomer als in de winter.
4. Licht: voldoende daglicht en goed kunstlicht, zonder verblinding.
5. Geluid: een goede akoestiek en minimale geluidsoverlast dragen bij aan een rustige leeromgeving.

 

Hulp nodig? Schakel Strooming in bij slechte luchtkwaliteit op school

Wanneer er gezondheidsklachten worden ervaren, stellen wij op basis daarvan een op maat gemaakt onderzoek samen om te bepalen of deze klachten gerelateerd zijn aan het binnenmilieu. Dit onderzoek kan onder andere bestaan uit het meten van de ventilatiecapaciteit van de luchtbehandelingsinstallatie en het nemen van monsters om de chemische of microbiologische luchtkwaliteit te beoordelen. Daarnaast plaatsen wij vaak sensoren op strategische plekken in de school, die we gedurende twee weken laten staan om verschillende aspecten van het binnenmilieu te monitoren, zoals koolstofdioxide, relatieve luchtvochtigheid, temperatuur, fijnstof en vluchtige organische stoffen. Zodra alle meet- en analyseggevens beschikbaar zijn, beoordelen wij deze aan de hand van grenswaarden en richtlijnen.

Er wordt een goed onderbouwde rapportage opgesteld waarin vastgesteld of uitgesloten kan worden dat de klachten gerelateerd zijn aan het binnenmilieu. Wanneer één of meerdere aspecten van het binnenmilieu verbeterd moeten worden, geven wij advies over welke maatregelen genomen kunnen worden om het binnenmilieu te optimaliseren. Deze rapportage kan bijvoorbeeld aan de verhuurder worden overhandigd, zodat de adviezen kunnen worden opgevolgd.